Kamille is misschien wel het bekendste “kruid” van Nederland. Iedereen weet dat je van kamillebloemetjes thee kunt zetten. En dat die thee dan ook nog goed voor je is.
Kamille is een heel algemeen voorkomend onkruid. Je vind het in akkers, wegbermen en ruigten. Het schijnt een voorkeur te hebben voor kleigrond, maar in de zandgrond van de Achterhoek groeit het ook prima. Kamille vormt zaad dat al vóór de winter kiemt en een rozet van fijn vertakte bladeren vormt. Dit overwintert, en in het volgende jaar groeit er uit één rozet een hele bos bloemstengels, met veel witte bloemetjes. De hele plant maakt een warrige indruk. De bladeren zijn zo dun en fijn vertakt, dat het meer naaldjes lijken. Ze lijken wel een beetje op steeds fijner vertakkende zenuwen. Kamille verdrukt andere planten om zich heen en neemt veel ruimte in. Daarbij zijn de stralende witte bloemetjes naar de zon gericht.
Er zijn heel veel bloemen met witte bloemblaadjes en een geel hartje. Van de grote margrieten in tuinen tot de kleine madeliefjes in het gras. Er zijn er ook heel veel die sterk lijken op kamille en die er inderdaad nauw aan verwant zijn. Toch is de echte kamille gemakkelijk te onderscheiden. Bij echte kamille is het gele hartje van de bloem kegelvormig. Hoe ouder de bloem wordt, des te hoger steekt het kegelvormige hart uit boven de bloemblaadjes. Bij regenachtig weer en bij zonsondergang gaan de bloemblaadjes naar beneden hangen, zodat het hoog opgerichte hartje nog duidelijker uitkomt. Als je het hartje met een mesje doorsnijdt, kun je zien dat het hol is van binnen.