Tijm is een houtig struikje dat groeit op rotsgrond, tegen de verdrukking in en in felle zon. Het is dus een plant met een sterke weerstand. Deze plant komt oorspronkelijk uit het Middellandse Zeegebied en de verwantschap met salie en rozemarijn is duidelijk te zien. Ze behoren allemaal tot de familie der lipbloemigen. Zoals alle planten van deze familie, is ook tijm rijk aan etherische oliën (zie bij lavendel).
De wetenschappelijke naam: Thymus, is interessant. Dezelfde wetenschappelijke naam geven we aan een orgaan in het menselijk lichaam: de thymus of zwezerik. Dit is een orgaan dat in de borstholte ligt, genesteld tegen de luchtpijp. Het orgaan is verantwoordelijk voor onze afweer tegen infecties, de groei en ons incasseringsvermogen. Het is een hormoonklier die ook invloed uitoefent op onze emoties. Dat de plant en het orgaan dezelfde naam hebben, is niet toevallig! Tijm wordt al sinds mensenheugenis gebruikt als keukenkruid en als geneeskruid, en de werking ervan komt overeen met de functies van de thymus in je lichaam.
Kruiptijm is meer thuis in noordelijke streken. Het is sappiger en blijft lager. De werking is minder sterk.
Tijm kan twee keer per jaar geoogst worden: eerst als de plant in volle bloei is, en later nog een keer in het najaar. Om te drogen is de eerste oogst het meest geschikt.
Bij de meeste soorten van de plantenfamilie der lipbloemigen zit de geur vooral in de bloemen. Bij tijm zit de geur in de hele plant en worden vooral de kleine bladeren gebruikt. Wel kun je tijm het beste oogsten aan het begin van de bloei, omdat dan het gehalte aan etherische olie het hoogst is.
Bij onderzoek in een laboratorium blijkt tijm de volgende stoffen te bevatten: Thymol (etherisch olie; sterk antiseptisch), IJzer, Calcium, Vitamine C, Flavonglycosiden, Looistof, Saponine.