Arnica

Arnica

Arnica montana

valkruid of wolverlei

Dit is een plant die in de bergen thuis hoort. Op de zonnige bergweiden van de Alpen kun je hem zien staan te midden van talloze andere wilde bloemen. Ook in de Vogezen groeit arnica in grote hoeveelheden. Op deze minder hoge bergen, met hun hoogveen, wordt arnica veel groter dan op de hogere alpenweiden. De plant houdt van een veenhoudende, vochthoudende grond.


In Nederland komt arnica in het wild zeer zelden voor. De enige bekende vindplaatsen liggen in de Achterhoek en in Drenthe: veenhoudende gronden. Hier mag de plant niet geplukt worden; hij is beschermd!


Arnica heeft dan ook geen gangbaar ingeburgerde Nederlandse naam meer. Hij wordt wel valkruid genoemd; dat is een zeer toepasselijke naam, omdat de plant vooral gebruikt wordt bij kneuzingen en dus heel goed van pas komt na een valpartij. Ook de naam wolverlei komt voor; dit is in feite een verbastering van de Duitse naam Wohlverleih, dat wil zeggen: het goede of het helende geven. Tegenwoordig is de naam arnica meer bekend.

bloemen Arnica montana

Arnica is een plant uit de familie der samengesteldbloemigen. De plant heeft een bladrozet dat dicht tegen de aarde aan groeit. De bladeren groeien in paren tegenover elkaar en zijn ovaal en sterk behaard. Ze hebben een sterk nervenpatroon. Het bladrozet doet wel iets denken aan de bekende brede weegbree, maar dan met haren. In de zomer komt er uit het hart van het rozet een stengel, eveneens behaard. Soms heeft de stengel een paar kleine blaadjes. Bovenop komen er een of enkele bloemen. De bloemen zijn donkergeel met een eveneens donkergeel hart. De bloemblaadjes van arnica zien er tamelijk karakteristiek een beetje verfomfaaid uit. De plant bloeit in mei en juni, waarna er behaard vruchtpluis worden gevormd. In de winter trekt de plant zich vrijwel helemaal terug in de grond. Alleen een klein puntje in het hart van het bladrozet blijft groen.


In mijn kruidentuin heb ik vele jaren tevergeefs geëxperimenteerd met arnica, die ik zelf opkweekte uit zaad uit Oostenrijk en uit Zwitserland. Deze planten overleefden de zachte Nederlandse winters niet. Uiteindelijk is het wel gelukt met arnica uit de Achterhoek. Deze heb ik in de loop van jaren van een enkele plant vermeerderd tot een bed dat groot genoeg is om er van te oogsten.


Van arnica worden vanouds de bloemen toegepast als geneeskruid, hoewel soms ook het blad en de wortel in oude recepten worden genoemd.


In arnica komen etherische oliën voor, verder hars, bitterstoffen, flavonglycosiden, looistoffen en organische zuren. Hoewel we dus veel stoffen kennen in deze plant, weten we toch nog niet precies hoe ze werkt. We weten wel, dat ze werkt, en hoe!


Arnica moet niet inwendig gebruikt worden, omdat de plant een directe werking op het hart heeft. Door artsen en therapeuten kan de plant dus wel juist worden toegepast bij hartzwakte, angina pectoris of shock.


Arnica is vooral bekend vanwege de uitwendige toepassing: het is het beste middel uit de natuur bij alle soorten kneuzingen en zwellingen van de zachte weefsels. Hoe sneller na het ongeval de arnica op de gekneusde plek wordt aangebracht, des te minder zwelling of blauwverkleuring zal er optreden. Daarom is arnica een middel dat in elke eerste hulpdoos zou moeten zitten. Stoten, verstuiken, of insektensteken: in alle gevallen waarin je een zwelling en/of een blauwe plek kunt verwachten, is het verstandig om zo snel mogelijk arnica aan te brengen. Omdat de meeste mensen geen arnicaplanten bij de hand hebben, en omdat de plant maar een korte tijd in het jaar bloeit, worden de bloemen verwerkt in preparaten die lang houdbaar en gemakkelijk toepasbaar zijn. Bijvoorbeeld in zalf. Deze zalf kan op de aangedane plek worden aangebracht en dient dan zachtjes in de huid te worden gemasseerd, zo stevig als de pijn toelaat. Lukt het niet direct na het ongeval, dan kan arnica toch nog helpen een reeds bestaande zwelling of blauwe plek sneller te laten genezen. Het remt ontstekingsprocessen en stilt de pijn. Het zet bovendien het lichaam aan om het vocht dat in de zwelling aanwezig is, sneller terug op te nemen en af te voeren.


Arnicazalf mag direct na de verwonding worden aangebracht. Het is goed dit na een uur te herhalen, en ook later nog drie keer per dag opnieuw in te masseren, tot de zwelling zichtbaar minder wordt.


Zelfs op (oude) littekens heeft arnica nog een helende werking. Regelmatig in masseren met een zalf waarin arnica is verwerkt, maakt vastzittende littekens weer soepel.

Arnica is ook heel geliefd bij sporters, omdat het het herstel en de doorbloeding van de spieren bevordert. Een extract van arnica in olie geeft een effectieve (sport-)massageolie.

Share by: