Weegbree is een plant die de mens “op de voet volgt”. Hij groeit bij voorkeur op paden, waar de grond stevig aangedrukt is. Ook de plant zelf heeft er geen enkele moeite mee, als er over heen gelopen wordt. Hij vaart daar wel bij. De plant verspreid zijn zaden, doordat ze aan de voeten van voorbijgangers blijven hangen. Met een beetje fantasie kun je in de vorm van het blad, dat vlak tegen de grond groeit, een voetzool zien. De latijnse naam “plantago” komt van “planta” = voetzool. Deze plant wordt al sinds mensenheugenis als geneeskruid gebruikt.
Tijdens wandelingen in het handig om weegbree te herkennen, want het helpt goed bij pijnlijke voeten, bijvoorbeeld in knellend schoeisel. Het platte blad kun je gewoon in je sok, vlak op de huid leggen. Het helpt trouwens ook bij steken van brandnetel of insecten: het blad fijnwrijven op de steek, tot het sap er uit komt.
Het belangrijkste kenmerk waar je weegbree aan kunt herkennen zijn de brede, ovale bladeren met (zeven) evenwijdig lopende bladnerven. De bladeren groeien in een rozet dicht bij de aarde. Alleen de bloeistengels, die wel wat lijken op korenaren, steken wat hoger boven de grond uit. Andere planten met een vergelijkbaar blad hebben meestal een hoofdnerf met vertakkingen; weegbree heeft dat niet.
Naast de brede Plantago major is er ook de smalle weegbree, Plantago lanceolata.