Blogopmaak

wortelonkruiden

Thea van Hoof • 28 april 2022

Wortelonkruiden, of: hoe zet ik oud grasland om in een tuin?

Afgelopen winter heb ik opnieuw een stuk land, dat niet in gebruik was, toegevoegd aan de kruidentuin. Op dit stuk land groeide van alles: allerlei grassoorten, waaronder kweek (Triticum repens, een gevreesd onkruid maar ook een zeer nuttig geneeskruid), zuring, duizendblad, en nog veel meer.


Ik heb wel vaker dit soort oud grasland in cultuur gebracht en ik heb er inmiddels verschillende methoden op los gelaten. Het grootste probleem zijn de planten die met een diepe, sterke wortelstok in de bodem overleven. Als je zulke wortels doorsnijdt vergroot je het probleem: elk stukje wortel groeit uit tot een nieuwe plant. Deze planten zijn sterke groeiers en ze kunnen gemakkelijk andere planten overwoekeren. Hoe kom je er toch van af?

gif spuiten

De eenvoudigste methode wordt hier in de omgeving nog altijd (helaas) veel toegepast: spuiten met onkruidverdelgingsmiddelen zoals Roundup. Dit spul vernietigt het bladgroen in de planten met als gevolg dat planten oranje-geel verkleuren en vervolgens dood gaan. Inmiddels is voldoende bekend over de zeer schadelijke werking van dit goedje op de natuur en onze eigen gezondheid en we kunnen alleen maar hopen dat de Europese Unie binnenkort eindelijk overgaat tot een verbod op dit spul. Voor mij is deze methode nooit een optie geweest.

frezen

Een methode die in het verleden al eens goed gewerkt heeft is deze: in een periode van droge vorst reed ik twee tot drie keer per week over het perceel met mijn tuinbouwtrekkertje met een frees er achter. Een frees hakselt de bovenlaag van de grond in kleine stukjes. Niet handig als je kweek wilt bestrijden, want de kweekwortels worden in kleine stukjes gehakt zodat je juist méér kweekplanten maakt. Toch werkt dit goed als je het kunt doen bij droog weer. Er is namelijk 1 ding waar kweekwortels echt niet tegen kunnen en dat is uitdroging. Door het frezen een paar keer te herhalen, komen alle stukjes wortel wel een keertje aan de oppervlakte en drogen ze uit.
Afgelopen winter zat ik dus te wachten op het betere winterweer: heldere luchten en vorst, liefst met flink wat wind. Helaas… deze winter hebben we dat soort weer niet gehad. Het was zelfs zo warm, dat de planten dik op het land bleven groeien. Ik had daarom geen andere keuze dan het land met een ploeg te laten omwerken.

ploegen

Een ploeg werkt veel dieper en keert de grond letterlijk om: de begroeiing komt onderin te liggen en gaat daar dood door gebrek aan licht en lucht. De ondergrond komt boven op te liggen, zodat je in één keer een akker vol donkere, onbegroeide aarde krijgt. Zeer effectief om van de meeste grassen en kruiden af te komen en ze leveren nog voedsel op voor het bodemleven. Wel zet je op deze manier het bodemleven, bestaande uit microscopisch dunne schimmeldraden en ontelbare nuttige bacteriën en bodemdiertjes, letterlijk op z’n kop, waardoor het ernstig verstoord raakt en een hele tijd nodig heeft om te herstellen. Niet iets wat ik elk jaar zou willen doen.


Ploegen heeft helaas weinig effect op de hardnekkige wortelonkruiden zoals kweek en duizendblad. Die kunnen ook op grote diepte overleven en lopen gewoon weer uit. Er zit dan niets anders op dan elk stukje dat dapper zijn kopje boven de grond laat zien, alsnog met een schoffel te lijf te gaan. Er is dus aardig wat nazorg nodig, maar gelukkig werkt het weer nu wel mee: het is zonnig, droog en winderig. Elke kweekworteltje dat ik boven de grond haal, droogt uit en legt het loodje. Meestal raap ik ze op om ze schoon te maken en in mijn droogkast verder te drogen want, zoals gezegd: het is een nuttig kruid waar je prima thee van kan zetten.


afdekken met papier

De laatste jaren is er veel belangstelling voor een heel andere methode van “ontginnen”, waarbij de grond helemaal niet verstoord hoeft te worden en er toch onkruidvrije bedden gemaakt kunnen worden. Hierbij maak je gebruik van papier of karton. Dit leg je op de bodem met begroeiing en al. Daardoor krijgen de grassen en kruiden geen licht meer en zullen ze dood gaan. Het karton zelf is gemaakt van pure cellulose, dus van de celwanden van plantaardige cellen, en het is volledig composteerbaar. Als alles goed gaat gaat het karton precies lang genoeg mee, om alle planten die er onder zitten te laten verteren. Er zit wel een groot probleem aan deze manier van werken: in Nederland waait het nogal vaak. Er zijn héél veel stenen, zandzakjes, grondankers of gewoon grond nodig om te voorkomen dat karton of papier weg waait. Sommige mensen bedekken daarom het karton met potgrond om daar dan vervolgens in te gaan zaaien of planten. Dat kan op kleine schaal natuurlijk best, maar niet op de oppervlakken waar ik mee te maken heb.


Vorige winter heb ik met karton gewerkt op een klein stukje dat wat meer beschut lag. Er zat daar veel winde in de grond: een (on)kruid dat met wortelstokken heel diep in de grond bijna niet te bestrijden is. Door de grond met karton (gewoon grote lege dozen zonder opdruk of tape) af te dekken, heb ik kunnen voorkomen dat de winde mijn nieuwe stuk tuin kon overwoekeren. Ik maakte met een mes gaten in het karton om daarin de planten te planten die ik in deze nieuwe tuin wilde hebben, en gaf ze ook via dat gat water. Het heeft goed gewerkt: alle planten zijn goed aangeslagen, flink uitgegroeid en aan het einde van de zomer was het karton vrijwel verteerd. Winde heb ik nog niet terug gezien. Ook in de kas gebruik ik graag papier of karton om de bodem te bedekken. Hier heeft het, naast het onderdrukken van ongewenste kruiden, nog een functie: het beschermt de bodem tegen al te grote hitte door het branden van de zon in de zomer.


Voor grotere stukken land in open terrein is de methode ongeschikt gebleken. Op de eerste plaats is het niet doenlijk om zoveel lege kartonnen dozen te verzamelen om een echt groot oppervlak mee te bedekken. Ik kocht daarom een speciaal papier dat voor dit doel gemaakt wordt. Dit papier zou zeker een paar maanden niet scheuren, zelfs als het nat werd, zo werd mij verzekerd. Ik heb er de rand van mijn nieuwe stuk tuin, waar de grove ploeg de boel niet netjes achter gelaten had, mee afgedekt. Toen ging het stormen. Ik heb de stukken papier gelukkig terug gevonden en opnieuw op de grond gelegd. Met zware balken en stenen heb ik ze grondig rondom vastgelegd. Helaas: door de inwerking van water gaat het papier juist bij de stenen scheuren, zodat het alsnog weg waait! Ik zal gewoon moeten schoffelen om hier de laatste wortelonkruiden alsnog uit te krijgen.

Moeder Aarde houdt er niet van om onbedekt te zijn (ga maar na: de enige plekken waar je in de natuur kale aarde ziet, zijn het strand en de woestijn). In het verleden heb ik ook wel grond bedekt met andere materialen. Worteldoek bijvoorbeeld. Dat is me slecht bevallen. Het eerste jaar gaat het nog wel, maar na verloop van tijd valt er vanzelf veel organisch materiaal boven op het worteldoek en gaan daar allerlei planten groeien, waar dat juist niet de bedoeling was. Het doek gaat dan juist in de weg zitten want je kunt er niet schoffelen en ook moeilijk wieden. Bovendien is het gemaakt van kunststof dat op den duur ook uit elkaar valt. Ik vind nog regelmatig draden uit het worteldoek terug. Ik wil het niet meer op mijn tuin hebben!



Wat mij wel heel goed bevallen is, is het gebruik van “kuilgras”balen. Je kent ze wel: die grote ronde balen “hooi” die in plastic ingerold zijn. Ze worden gebruikt als veevoer. Zodra het plastic beschadigd is, gaat de inhoud schimmelen en is dan niet meer geschikt om aan dieren te voeren. Dan is zo’n rol in feite super materiaal om de bodem te bedekken: je haalt alle plastic aan de buitenkant er af en dan kun je het “hooi” als een tapijt afrollen over je grond. Als je een laag maakt die dik genoeg is, zal er geen onkruid doorheen groeien. Je maakt eenvoudig openingen in de afdeklaag om vaste planten in te planten en laat de natuur verder het werk doen. Het materiaal verteert in een half jaar tijd om prachtige, luchtige en humusrijke grond achter te laten.

door Thea van hoof 29 december 2024
het wilgenbosje
door Thea van hoof 5 augustus 2024
In de zomer wordt de kruidentuin beheerst door één plant, de goudsbloem. Fel oranje bloemen in lange rijen, afgewisseld met wat geel van het SintJanskruid of wijnruit, en veel groen van allerlei andere kruiden. Maar het oranje overheerst. De oogst is min of meer “binnen” maar de planten zullen nog een hele tijd bloeien. Je hoeft goudsbloem niet te gebruiken om er gezonder van te worden: alleen al het kijken naar die kleur maakt je vrolijk en dat is goed voor je! Ik gebruik goudsbloemen in diverse producten: goudsbloemzalf natuurlijk, goudsbloem huidolie maar het zit ook in littekenzalf en berken huidolie. Ik ken weinig planten die zo goed zijn voor de huid als deze! Wat er ook met de huid aan de hand is: goudsbloem is altijd goed. Geneeskrachtige planten bevatten werkzame inhoudsstoffen en sommige van die inhoudsstoffen zijn kleurstoffen: anthocyanen (blauw), flavonoïden(geel), xanthonen (ook geel). Ook in de goudsbloem is een deel van de helende werking op de huid, terug te voeren op de kleurstoffen in de plant. Daarom wil ik mijn goudsbloemen oogsten als ze zo oranje mogelijk zijn. Daarvoor kun je het beste de bloemen jong plukken: als de eerste bloemen open gaan is de kleur het meest intens. Wordt de plant wat ouder, dan wordt het oranje wat bleker. Vandaar dat ik zo jong mogelijk pluk. Als ik eenmaal genoeg geplukt heb, laat ik de planten verder hun gang gaan. Ze zullen blijven bloeien tot het gaat vriezen in het najaar, dus daar kan ik nog maanden van genieten. Goudsbloem is niet inheems in Nederland. De oorsprong ligt meer zuidelijk, in een milder klimaat zonder winterse vorstperiode. In dat klimaat kan goudsbloem het jaar rond bloeien (mogelijk is de naam Calendula afgeleid van kalender?) maar in Nederland is het een éénjarige, die in de winter verdwijnt. Op beschutte plekken in de bebouwde kom zie je ze wel eens overwinteren, maar hier in het open veld is dat nog nooit gebeurd. Geen nood: al die bloemen vormen heel veel zaden, die na de winter vanzelf kiemen. Meestal is het niet nodig om goudsbloem te zaaien in het voorjaar: dat heeft de plant zelf al gedaan. Maar ja, ik ben een tuinvrouw en ik wil graag zelf bepalen welke plant wáár komt te staan. Ik moet er ook langs kunnen lopen om te plukken, dus een paadje naast de goudsbloemen is belangrijk. Uiteindelijk zaai ik dus toch zelf, netjes in rijen. Of ik spit de spontaan opgekomen plantjes uit en plant ze in een rij terug op de plek waar ik ze hebben wil. Dit jaar liep het wat anders: door de nattigheid zijn er (nog steeds!) erg veel slakken die graag eten van pas ontkiemde goudsbloemplantjes. Ik heb tot drie keer toe opnieuw moeten zaaien. Pas toen het een paar dagen achter elkaar niet regende zodat het voor de slakken wat moeilijker wordt om overal naar toe te kruipen, kregen de goudsbloemplantjes de kans om dóór te groeien. En werd de tuin alsnog een feest van kleur.
door Thea van hoof 6 juni 2024
tuinieren na de zondvloed
door Thea van hoof 15 maart 2024
dilemma
door Thea van hoof 29 december 2023
midwinter 2023
door Thea van hoof 3 november 2023
Herfst in de kruidentuin
door Thea van hoof 3 augustus 2023
Tuinieren in een ouderwetse Nederlandse zomer
door Thea van hoof 13 juni 2023
enkele principes uit de permacultuur in de kruidentuin
door Thea van hoof 27 maart 2023
Betula alba
door Thea van hoof 3 januari 2023
midwinter
Meer posts
Share by: