Blogopmaak

dieren in de kruidentuin, deel 2

Thea van Hoof • 23 juni 2020

De langste dag van het jaar is alweer een feit, en we hebben direct te maken met een hittegolf. Meestal wordt het rond deze tijd wat rustiger in de lucht: het broedseizoen van de meeste vogels is zo’n beetje aan het aflopen. Het is elk jaar wel een beetje een verrassing, welke vogels er nu weer op de voorgrond zullen staan. Kauwen (heel veel lawaaïge jonge kauwen) zijn er elk jaar, net als houtduiven. Dit jaar zagen we ook regelmatig een groene specht. Merels zingen nog elke ochtend en avond hun prachtige lied. Ligt het aan mij, of wordt het lied van de merel echt met de jaren steeds gevarieerder? Lijsters heb ik dit jaar niet gezien, helaas.

steenuiltjes

In de eikenboom hangt een uilennestkast, waar een aantal jaren achter elkaar steenuiltjes hebben gebroed. Vorige winter is er met de steenuilen iets mis gegaan: we vonden verschillende dode uiltjes. Sindsdien is de nestkast leeg gebleven en ik mis ook het kenmerkende geluid in de nacht. Gelukkig zijn er bij een boerderij 100 meter verderop dit jaar wel jonge steenuiltjes geboren, dus misschien volgend jaar?


De grootste verrassing op het gebied van vogeltjes was het paartje gekraagde roodstaarten, dat heeft gebroed in onze dakgoot. Een kleurrijk vogeltje, maar meestal nogal schuw.


Voor de kruidentuin hebben deze vogels niet zo veel gevolgen. Ze helpen ongetwijfeld om de insecten onder controle te houden, maar met de planten houden ze zich niet zo bezig. Hoewel: ik was best blij dat de fazantenhanen niet in de kruidentuin kunnen komen; het waren er dit jaar nogal veel.

woelmuizen

Ook zoogdieren kun je in de tuin aantreffen, en met de meeste ben ik niet zo blij. Woelmuizen zijn een constant probleem hier: ze graven hun gangen in de toch al luchtige bodem, direct onder de oppervlakte, waardoor de wortels van sommige planten in een gang komen te hangen, in plaats van in de grond. Je ziet de plant dan boven de grond opeens verleppen. Als je er snel bij bent, kun je met je voeten de grond rond zo’n plant terug aandrukken. Eigenlijk zou ik elke ochtend een inspectie- en aanloopronde door de hele tuin moeten maken, maar dat kost te veel tijd.

konijnen

Ook boven de grond loert gevaar: er is dit jaar sprake van een echte konijnenplaag. Ik heb al jonge konijnen bij de keukendeur gezien; ze rukken op alle fronten op. Konijnen hebben geen echte natuurlijke vijanden. Het enige waardoor de konijnenstand af en toe wordt ingeperkt, is een uitbraak van de konijnenziekte myxomatose. Ik heb een paar jaar geleden rond alle kruidenbedden kniehoog kippengaas geplaatst, bij wijze van konijnen-ontmoedigingsbeleid. Tot nu toe was dat afdoende, maar dit jaar zijn ze zó talrijk dat ze toch in de tuin komen. Konijnen hebben een duidelijke voorkeur voor twee kruiden: Arnica montana en weegbree. Als ik niet ingrijp, blijft er van deze planten niets over. Ik heb nu vogelnetten over de planten gelegd; het lijkt er op dat dit helpt.

ree

Het grootste wilde dier dat in de kruidentuin thuis lijkt te zijn, is de ree. Eerdere jaren trof ik af en toe sporen van een ree aan, dit jaar is het duidelijk een vaste bewoner. Ik heb ook al hele kleine hoefafdrukken gezien, dus waarschijnlijk gaat het om een reegeit met een kalfje! Het kniehoge gaas houdt een dier met zulke hoge, ranke poten niet tegen. De gangen van de woelmuizen lijken wel lastig: je kunt zien dat de pootjes heel diep in de grond wegzakken. Reeën zijn natuurlijk, net als konijnen, planteneters. Toch valt de schade aan de kruiden erg mee. Ook reeën kennen voorkeuren: tot nu toe heb ik gezien dat ze aan de toppen van kamille en van pimpernel de voorkeur geven. Geen probleem: de rest van de plant blijft gewoon staan en groeit vrolijk verder.

door Thea van hoof 29 december 2024
het wilgenbosje
door Thea van hoof 5 augustus 2024
In de zomer wordt de kruidentuin beheerst door één plant, de goudsbloem. Fel oranje bloemen in lange rijen, afgewisseld met wat geel van het SintJanskruid of wijnruit, en veel groen van allerlei andere kruiden. Maar het oranje overheerst. De oogst is min of meer “binnen” maar de planten zullen nog een hele tijd bloeien. Je hoeft goudsbloem niet te gebruiken om er gezonder van te worden: alleen al het kijken naar die kleur maakt je vrolijk en dat is goed voor je! Ik gebruik goudsbloemen in diverse producten: goudsbloemzalf natuurlijk, goudsbloem huidolie maar het zit ook in littekenzalf en berken huidolie. Ik ken weinig planten die zo goed zijn voor de huid als deze! Wat er ook met de huid aan de hand is: goudsbloem is altijd goed. Geneeskrachtige planten bevatten werkzame inhoudsstoffen en sommige van die inhoudsstoffen zijn kleurstoffen: anthocyanen (blauw), flavonoïden(geel), xanthonen (ook geel). Ook in de goudsbloem is een deel van de helende werking op de huid, terug te voeren op de kleurstoffen in de plant. Daarom wil ik mijn goudsbloemen oogsten als ze zo oranje mogelijk zijn. Daarvoor kun je het beste de bloemen jong plukken: als de eerste bloemen open gaan is de kleur het meest intens. Wordt de plant wat ouder, dan wordt het oranje wat bleker. Vandaar dat ik zo jong mogelijk pluk. Als ik eenmaal genoeg geplukt heb, laat ik de planten verder hun gang gaan. Ze zullen blijven bloeien tot het gaat vriezen in het najaar, dus daar kan ik nog maanden van genieten. Goudsbloem is niet inheems in Nederland. De oorsprong ligt meer zuidelijk, in een milder klimaat zonder winterse vorstperiode. In dat klimaat kan goudsbloem het jaar rond bloeien (mogelijk is de naam Calendula afgeleid van kalender?) maar in Nederland is het een éénjarige, die in de winter verdwijnt. Op beschutte plekken in de bebouwde kom zie je ze wel eens overwinteren, maar hier in het open veld is dat nog nooit gebeurd. Geen nood: al die bloemen vormen heel veel zaden, die na de winter vanzelf kiemen. Meestal is het niet nodig om goudsbloem te zaaien in het voorjaar: dat heeft de plant zelf al gedaan. Maar ja, ik ben een tuinvrouw en ik wil graag zelf bepalen welke plant wáár komt te staan. Ik moet er ook langs kunnen lopen om te plukken, dus een paadje naast de goudsbloemen is belangrijk. Uiteindelijk zaai ik dus toch zelf, netjes in rijen. Of ik spit de spontaan opgekomen plantjes uit en plant ze in een rij terug op de plek waar ik ze hebben wil. Dit jaar liep het wat anders: door de nattigheid zijn er (nog steeds!) erg veel slakken die graag eten van pas ontkiemde goudsbloemplantjes. Ik heb tot drie keer toe opnieuw moeten zaaien. Pas toen het een paar dagen achter elkaar niet regende zodat het voor de slakken wat moeilijker wordt om overal naar toe te kruipen, kregen de goudsbloemplantjes de kans om dóór te groeien. En werd de tuin alsnog een feest van kleur.
door Thea van hoof 6 juni 2024
tuinieren na de zondvloed
door Thea van hoof 15 maart 2024
dilemma
door Thea van hoof 29 december 2023
midwinter 2023
door Thea van hoof 3 november 2023
Herfst in de kruidentuin
door Thea van hoof 3 augustus 2023
Tuinieren in een ouderwetse Nederlandse zomer
door Thea van hoof 13 juni 2023
enkele principes uit de permacultuur in de kruidentuin
door Thea van hoof 27 maart 2023
Betula alba
door Thea van hoof 3 januari 2023
midwinter
Meer posts
Share by: